Laboratoriumtesten voor aantonen/uitsluiten aanwezigheid DOAC

Het KCHL heeft per direct de laboratoriumtesten om de aanwezigheid van een relevante DOAC spiegel aan te tonen aangepast. Dit betekent dat het KCHL geen medicijnspiegels meer bepaalt, maar verschillende routine testen uitvoert die indirect kunnen aangeven of er een DOAC aanwezig is of niet. Het is van essentieel belang dat het tijdstip van de laatste gift bekend is anders is een correcte interpretatie niet goed mogelijk. Voor Edoxaban is er geen geschikte laboratoriumtest beschikbaar. De reden van deze wijziging is dat de DOAC-testen zelden tot nooit werden aangevraagd. Daarnaast zijn de routine testen 24/7 beschikbaar en is een snellere uitslag en interpretatie mogelijk, wat de patiëntenzorg efficiënter maakt.

 

Voor alle details, zie de bepalingenwijzer van het KHCL

Voor vragen kunt u ook altijd de dienstdoende laboratoriumspecialist klinische chemie benaderen.

Achtergrond:

Directe orale anticoagulantia (DOAC) middelen zijn: Dabigatran (Praxada), Apixaban (Eliquis), Rivaroxaban (Xarelto) en Edoxaban (Lixiana). Deze middelen zijn geregistreerd en voor de behandeling van non-valvulair atriumfibrilleren en VTE.

 

Er bestaat geen medische indicatie om patiënten die goed zijn ingesteld op een vitamine K antagonist (VKA) actief om te zetten naar DOAC-therapie. DOAC-therapie kan worden toegepast bij patiënten van wie een VKA niet kan worden gebruikt door intolerantie of allergie, co-morbiditeit, co-medicatie of andere redenen, of bij patienten die niet goed instelbaar zijn op een VKA en/of een labiele INR hebben. Naast tijdstip van de laatste gift zijn leeftijd, gewicht en nierfunctie van groot belang bij DOAC doseringen en monitoring.